Het was een bijzondere ervaring om een keer mee te mogen maken in Villa el Salvador, de sloppenwijk bij Lima in Peru: 2 november, Allerzielen. Voor de begraafplaats van Villa el Salvador is niet op de meest verstandige locatie gekozen, in de duinen net buiten de wijk. Graven verzakken in het losse zand, het valt niet mee om daar steeds weer iets van te maken met Allerzielen.
Allerzielen is een hoogtijdag uit de westerse rooms-katholieke traditie en wordt gevierd op 2 november, de dag na Allerheiligen. Met Allerzielen worden de overledenen herdacht, nabestaanden plaatsen bloemen op het graf. Er wordt opgeknapt, geschilderd en er worden foto’s gemaakt ter herinnering. De mensen in Villa el Salvador trekken alles uit de kast, net zoals in de rest van Peru en in de meeste Zuid-Amerikaanse landen. Op de begraafplaats is het een vrolijke boel, een groot feest met muziek, drank en hapjes. Met enkele foto’s uit deze serie doe ik mee aan een fotowedstrijd van het fotomagazine PF. Om een stem uit te kunnen brengen op mijn foto’s vind je hier een link.
(onder dit fotoverslag vind je als bonus een verhaal over de kleine Anna Sophia)
All Souls’ Day
Anna Sophia was de morgen van 2 november al vroeg wakker. Ze had zich voorgenomen deze dag bij Andrea op bezoek te gaan. Het was Allerzielen. Op school en in de kerk was de feestdag goed uitgelegd. Allerzielen is het feest van alle zielen, de dag waarop in de rooms-katholieke kerk alle gelovige zielen van alle gestorvenen worden herdacht. Anna Sophia’s vader was een paar jaar geleden met de noorderzon vertrokken, haar moeder was ernstig ziek. Erg gezond was het leven in smok van de sloppenwijk niet. Andrea, het zusje van Anna Sophia, was al snel na haar geboorte overleden.
Leven in een sloppenwijk
Kindersterfte kwam veel voor in Villa El Salvador, de enorm grote Peruaanse sloppenwijk bij de hoofdstad Lima. Ook al was het al weer lang geleden, Anna Sophia herinnerde zich de geboorte van Andrea en het overlijden kort daarna, nog goed. Haar zusje was een schattige baby. In de maanden voorafgaande aan de geboorte van Andrea had haar moeder Anna Sophia goed voorbereid. “We krijgen er familie bij, dat is iets om je op te verheugen”, zei moeder. “Jij krijgt een speelkameraadje en voor ons is een tweede kind, net zoals jij dat bent, een godsgeschenk. Maar kinderen zijn in de eerste jaren voor ons ook een grote zorg”. Verder vertelde ze erbij dat er veel van ons allemaal zou worden gevraagd, want “het kost veel geld en aandacht met zo’n kleine erbij”. Toen Andrea ziek werd, kort na haar geboorte, liepen die kosten snel op. Er was speciaal voedsel nodig en veel medicijnen. Aan spelen met haar zusje kwam Anna Sophia nooit meer toe. Daarvoor was Andrea te jong en te zwak.
Villa El Salvador
De kinderen in de buurt waren de eerste tijd na de dood van zusje Andrea erg aardig voor Anna Sophia geweest. Ze woonden in een leuke straat, met aardige buren en een schooltje op loopafstand. Er waren winkeltjes en een markt. Dichtbij was voldoende speelgelegenheid en een beetje groen. Water werd met wagens tankwagens rondgebracht, ook het drinkwater. Als het groen voldoende water kreeg, bleef het er wel goed uitzien. Anna Sophia was eigenlijk wel tevreden, maar op de televisie zag ze veel programma’s over landen waar het leven beter en minder arm was. Ze miste haar zusje erg. Ze vroeg zich soms af of haar zusje ook zou zijn overleden als ze in een van die rijke landen van de televisie hadden gewoond. Haar vader zei altijd dat het oneerlijk was verdeeld in de wereld, dat er in de rijke wereld minder kleine kinderen stierven. Haar vader was een van de oprichters van Villa El Salvador, een man van het eerste uur werd hij genoemd. Hij had veel aanzien in Villa El Salvador, tot hij, na het overlijden van Andrea aan de drank was geraakt. De drank was de reden dat hij zijn bed niet meer uitkwam en dat hij zonder werk kwam te zitten, had haar moeder gezegd. Niet lang daarna was hij plotseling vertrokken. Er werd gefluisterd dat hij als zwerver door de hoofdstad Lima trok, maar dát weigerde Anna Sophia te geloven. Anna Sophia moest na het vertrek van haar vader opeens meer voor zichzelf zorgen. Toen daarna ook haar moeder nog eens ernstig ziek werd, stond ze echt overal alleen voor. Ze was ondanks haar leeftijd, ze was pas veertien, eigenlijk al heel volwassen. Villa El Salvador ligt vlakbij de hoofdstad Lima. In mei 1971 werd, aan de hand van een ontwikkelingsplan, begonnen aan de sloppenwijk Villa El Salvador. Dat was daarvoor nog nergens zo gegaan, maar dankzij hulp uit het buitenland kregen de pioniers het voor elkaar. Haar vader had haar er vaak vol trots over verteld. De wijk was nu uitgegroeid tot een woongemeenschap van 350.000 inwoners. Anna Sophia kon zich bijna niet voorstellen dat haar plek tot 1971 niet meer was dan een woestijn aan de kust van Peru. Maar op school had ze geleerd hoe het gebouwd werd, en ook dat het in 1983 zelfs een zelfstandige gemeente was geworden, met een eigen zelfstandig gemeentebestuur. Dat was lang voor Anna Sophia en later Andrea werden geboren. Anna Sophia herinnerde zich de feesten van het 25-jarig bestaan van de gemeente nog goed. Ze hoorde mensen toen wel klagen dat steeds meer werd afgeweken van het oorspronkelijke plan. Veel wist ze daar niet van. Maar ze begreep wel dat het bouwen van huizen en het aanleggen van een begraafplaats in de duinen niet verstandig was. Ook waren er nu zelfs huizen gebouwd in het moerasgebied in het zuiden, ook dat was onverstandig. Het stond ook vast niet in de oorspronkelijke plannen. Op beide plekken was het verzakken en instorten van huisjes een dagelijks probleem. Op school had haar leraar uit een krant voorgelezen dat Villa El Salvador de grenzen van de groei echt had bereikt. Villa El Salvador dreigde, volgens het gemeentebestuur, aan haar eigen succes ten onder te gaan.
Op de begraafplaats
Op de weg naar boven, naar de duinen en de begraafplaats, was het al vroeg een drukte van belang. Zo druk dat de politie de weg afsloot voor taxi’s en busjes. Alleen voetgangers mochten verder. Langs de hele weg naar boven was er handel. Handel in bloemen, hapjes en muziek. Anna Sophia was best een beetje jaloers op sommigen van haar klasgenoten, bijvoorbeeld op Maria, de jongste dochter van de familie Mejia die bij haar op school zat en ook in haar straat woonde. Haar vader was overleden, maar omdat hij bij de gemeente had gewerkt, kreeg haar moeder een klein pensioen. Al weken geleden schepte Maria op over de plannen van haar moeder. Ze hadden een afspraak met een fotograaf die een echte lama zou meebrengen. Bij het graf zouden ze ter herinnering een foto laten maken, terwijl Maria op de lama mocht zitten. Dat leek Anna Sophia wel erg bijzonder, maar als zij zou mogen kiezen, dan zou ze bij het graf van haar zusje op de foto willen terwijl ze op een mooi wit paard zou zitten. Een echte schimmel, dat leek haar echt fantastisch. Maar haar zusje Andrea zou vast wel begrijpen dat Anna Sophia daar de eerste jaren echt het geld niet voor bij elkaar zou kunnen brengen. Zeker niet zolang hun moeder zo ziek zou zijn. Ook de ouders van Arturo, wiens vader een redelijk inkomen verdiende als taxichauffeur, pakten het groots aan. Er zou een muziekgroep van vier personen bij het graf van zijn grootvader komen optreden. Een band met twee trommels, een trompet en een saxofoon. Dat sprak Anna Sophia wel aan, net als de plannen van de ouders van Fernando, die hadden gekozen voor een bandje met twee saxofoons en een viool bij het graf van oma. Daar kun je lang mee bezig zijn en veel over dromen, maar ze wist eigenlijk niet goed welke muziek haar overleden zusje zou kunnen waarderen. Misschien was de oplossing die de familie Solanas had gekozen wel verstandig. Hun transistorradiootje op het kruis zorgde voor voldoende muziek en kon even worden afgewisseld met een kort optreden van een violist. De violist was de vader van een meisje dat ze wel eens op school had gezien. Dat meisje mocht de hele dag mee met haar vader om te helpen. Zij rekende af met de klanten en droeg haar vaders vioolkist. Het was de hele dag een gezellige boel op de begraafplaats. Iedereen wilde goed zorgen voor de geesten van de doden. Zo konden ze laten zien dat hun dierbaren er nog gewoon bij horen.
Nooit met lege handen
Het was ver lopen naar de begraafplaats, kilometers ver. Geld voor een taxibusje had Anna Sophia niet. De afgelopen maanden had ze door veel te lopen gespaard om op Allerzielen een mooie bos bloemen voor Andrea te kunnen kopen. Ook al was het openbaar vervoer bijna gratis, Anna Sophia had een paar maanden lang vrijwel alles te voet gedaan, om toch iets te kunnen sparen. Ze was blij dat ze voor haar zusje een mooie bos bloemen voor een redelijke prijs had kunnen kopen. Het idee dat Andrea op een dag als deze zonder bezoek zou zijn, kon ze niet verdragen. De begraafplaats waar Andrea begraven lag, lag dus ook in het duingebied. Dat was niet echt bevorderlijk voor de kwaliteit van de graven. Veel graven verkeerden door de verzakkingen, het stuifzand en de ligging in slechte staat. Het kon hard waaien zo dicht bij de zee en het zout deed ook niet veel goeds. Het was een mooie traditie om in ieder geval één keer per jaar, met Allerzielen, aandacht te geven aan de graven. Op de ernstigste verzakkingen na konden de meeste graven nog wel een beetje worden opgelapt. Veel mensen zorgden zo goed mogelijk voor het onderhouden van de graven, maar jammer genoeg niet iedereen. Daardoor leek het hier en daar soms wel een beetje rommelig op de begraafplaats. Ze wist zeker dat het ook dit jaar weer goed druk zou worden. Er werd in het deel van Villa El Salvador waar zij woonde al een paar dagen over niets anders gesproken dan over Allerzielen. De een had nog meer spektakel voor ogen dan de ander. Hele families zouden naar het kerkhof gaan met tassen vol eten en drinken. Voor Anna Sophia zat dat er niet in, een bos bloemen was voor haar het hoogst haalbare, het enige betaalbare. Maar ze was ervan overtuigd dat haar zusje Andrea dat heus wel zou begrijpen. Zij zou heus wel weten dat Anna Sophia het later, als ze groot was, het grootser aan zou pakken. Daar wilde ze bij het graf met haar overleden zusje over praten.
Dromen over het leven
Anna Sophia was blij dat ze Sebastian zag op de begraafplaats. Sebastian was iets ouder dan Anna Sophia, maar altijd erg aardig voor haar. Net zoals zij bij haar overleden zusje op bezoek ging, ging Sebastian naar zijn overleden broertje Cesar. Ze hadden afgesproken dat ze zouden proberen om elkaar op de begraafplaats te ontmoeten. Sebastian had gespaard voor een klein blikje zwarte verf. Hij was in vrijwel dezelfde situatie. Ook arm, ook geen vader meer en ook zijn moeder was ziek. Misschien was dat wel de reden dat ze elkaar zo goed begrepen. Dit jaar zou Sebastian de naam van Cesar en de overlijdensdatum op het kruis op het graf van zijn broertje schilderen. Bij andere graven waren grote mannen met deze klus bezig. Het was nog een hele toer om het goed uit de hand te schrijven. Ze hadden het samen een keer geoefend, maar zonder verf en in het zand een naam en een overlijdensdatum schrijven, was toch veel gemakkelijker. Vooral schilderen uit zo’n klein potje met zo’n dun kwastje was lastig. Bovendien werd hij een beetje zenuwachtig omdat het nu zo druk was op de begraafplaats. Het leek wel of iedereen naar hem zat te kijken. Hij was blij dat Anna Sophia hem geruststelde en zei dat hij het helemaal niet slecht deed. Toen Anna Sophia en Sebastian hun voorgenomen klussen erop hadden zitten, spraken ze samen nog even met Andrea en met Cesar. Ze maakten over en weer kennis met elkaar. Met zijn vieren maakten ze hun eigen eenvoudige feestje. Ze beloofden aan zijn overleden broertje en haar overleden zusje om volgend jaar samen terug te komen. Sebastian en Anna Sophia spraken af dat ze nog beter hun best zouden doen om te sparen, om er volgend jaar iets meer van te maken. Dat zou prachtig zijn. Maar nog veel fijner zou zijn als ons broertje en zusje gewoon met ons mee naar huis zouden kunnen, zeiden ze naar afloop tegen elkaar. Anna Sophia wist zeker dat ze daar de komende nacht over zou gaan dromen: samen met Andrea naar huis! Sebastian zei dat hij nu wel wilde toegeven dat hij daar al een paar weken mee bezig was. Hij droomde al weken over zijn broertje. Ze vonden beiden Allerzielen een mooie feestdag. “Maar”, zei Sebastian, “het is ook wel een beetje een moeilijke dag als je zoals wij, ook nog eens bijna overal alleen voorstaat, maar gelukkig hebben wij elkaar nog, en onze dromen”. Anna Sophia zei even niets terug, maar knikte. Ze kon er niets aan doen dat er zomaar een traan over haar wang rolde.